Zomerzon, vitamine D en coronavirus: dit is wat we weten
Bron en publicatie: Nu.nl
Door: Rolf Schuttenhelm
Datum: 19 Mei 2020
Sinds het coronavirus begon te verspreiden, wordt de vraag steeds opnieuw gesteld: is het een seizoensgebonden virus, dat vooral tijdens en na de winter toeslaat? Voorlopig niet, zeggen virologen – de remmende effecten van hogere temperaturen en luchtvochtigheid zijn te zwak. Maar immunologen voegen een andere seizoensfactor toe: zonblootstelling. Enkele nieuwe studies vinden bij ernstig zieke coronapatiënten vaak lage vitamine D-waarden. Daarmee is nog geen oorzakelijk verband aangetoond.
De zon is onze belangrijkste bron van vitamine D. De dagelijkse behoefte kan al na een aantal minuten zonnen worden bereikt. Maar dan moet je op jaarbasis wel voldoende buiten zijn, met ontblote huid, en de zon moet ook wel voldoende hoog staan.
Daarom hebben mensen op het noordelijk halfrond in het vroege voorjaar de laagste bloedwaarden van vitamine D, en zijn deze aan het einde van de zomer vaak een stuk hoger.
Beïnvloeden de wisselende vitamine D-spiegels onze vatbaarheid voor het coronavirus? Onderzoekers zijn doorgaans terughoudend. Er is eigenlijk geen vitamine of mineraal te bedenken dat géén rol speelt in het menselijke immuunsysteem.
Een gezonde leefstijl en voeding voorziet in wat je nodig hebt; het toevoegen van extra vitamines geeft dus weinig meerwaarde en kan zelfs schadelijk zijn, luidt vaak de waarschuwing.
‘Hele volksstammen hebben tekort aan vitamine D’
Voor vitamine D ligt dat net iets anders, zegt Willem Koert. “Hele volksstammen hebben een tekort aan vitamine D. We komen gewoon te weinig buiten om er genoeg van aan te maken. Volgens het Voedingscentrum zouden veel mensen vitamine D-supplementen moeten gebruiken om dat tekort op te heffen.”
Koert is een gespecialiseerde medische wetenschapsjournalist, die het onderzoek naar het coronavirus nauwgezet volgt. Die onderzoeken worden nu met zo’n haast gepubliceerd, dat ze vaak nog niet door collega’s zijn getoetst. En dus moeten ook journalisten extra voorzichtig zijn, als ze erover schrijven.
“Klimatologisch kom je gekke patronen tegen, zoals een lagere vitamine D-waarde in Italië dan bij mensen in Zweden en Finland. Dat komt omdat dieet en suppletie óók een rol spelen.”
Vadim Backman, onderzoeker.
Maar de publicaties beginnen inmiddels aardig op te stapelen, aldus Koert. Hij verwijst naar oudere studies waaruit blijkt dat supplementen met vitamine D de kans op griep en verkoudheid verminderen. En meerdere recente studies vinden opvallend sterke verbanden tussen vitamine D en de ernst van het ziektebeloop van COVID-19 – de ziekte die door het coronavirus wordt veroorzaakt.
Vaak lage vitamine D-waarde bij ernstig zieke coronapatiënten
De nieuwste komt van een Amerikaanse onderzoeksgroep van Northwestern University. Zij vergeleken patiëntgegevens uit ziekenhuizen in Azië, Europa en de VS en concluderen dat patiënten in landen met relatief hoge sterfte, zoals Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, beduidend lagere vitamine D-bloedwaarden hadden dan patiënten in landen waar de sterfte lager is. Vitamine D zou het immuunsysteem op peil houden, en tegelijk een gevaarlijke overreactie afremmen – de gevreesde cytokinestorm.
“Voor vitamine D is zonblootstelling een belangrijke factor”, vertelt hoofdonderzoeker Vadim Backman aan NU.nl. “Aan het einde van de winter is vitamine D veel lager dan in de zomer. Maar klimatologisch kom je gekke patronen tegen, zoals een lagere vitamine D-waarde in Italië dan bij mensen in Zweden en Finland. Dat komt omdat dieet en suppletie óók een rol speelt – net als culturele factoren, zoals of mensen zonnen.”
“Een lage vitamine D-status is vaker in verband gebracht met ernstiger luchtweginfecties, ook door griepvirussen.”
Immunoloog Carla Peeters
Dieetfactoren zijn bijvoorbeeld de consumptie van vette vis, waar ook vitamine D in zit, of groene groenten. In die laatste zit vitamine K, dat volgens Backman de effectiviteit van vitamine D versterkt.
Eerdere studies in Azië vonden al dat coronapatiënten met relatief lichte klachten vaak fors hogere vitamine D-spiegels hadden dan mensen die ernstig ziek werden. Het verschil in risico zou bijna een tienvoud zijn.
Maar dan hou je kans op schijnverbanden – zo kan een lage vitamine D-spiegel ook duiden op de aanwezigheid van andere ziekten, die tevens de ernst van het coronavirus bepalen.
‘Zorg voor voldoende vitamine D in het bloed’
Voor immunoloog Carla Peeters komen de nieuwe studies niet als een verrassing: “Een lage vitamine D-status is vaker in verband gebracht met ernstiger luchtweginfecties, ook door griepvirussen. Met de voorlopige verbanden die worden gevonden met het coronavirus is het dus aan te bevelen om te zorgen voor voldoende vitamine D in het bloed.”
Maar het is nooit de enige nutriënt die nodig is voor een goed werkend afweersysteem, voegt ze toe. “Het gaat vaak over een combinatie van factoren waardoor het immuunsysteem verzwakt kan zijn.”
Een wintervoorraad vitamine D opbouwen in de zomerzon
Toch kan door verlaagd vitamine D een uitbraak in het vroege voorjaar volgens Peeters gevaarlijker zijn. “De concentraties zijn voor veel mensen in de periode van februari tot april te laag en soms voor de hoogste risicogroepen, zoals ouderen, zelfs veel te laag.”
“Voor een goed werkend immuunsysteem is het voor alle mensen belangrijk om dagelijks in de zon te komen, zonder te verbranden. Maar zelfs dan is het de vraag of de opgespaarde hoeveelheid vitamine D aan het begin van de herfst om in het volgende voorjaar nog over voldoende vitamine D te beschikken. Mensen voor wie het niet mogelijk is om voldoende vitamine D via zonlicht op te bouwen hebben suppletie nodig.”
Koert noemt het opgetelde bewijs uit de wetenschappelijke literatuur inmiddels behoorlijk overtuigend. “Ook vanwege alle andere gezondheidsrisico’s die ermee gepaard gaan, zouden mensen met een tekort moeten overwegen om naast zomerse zonblootstelling aanvullend vitamine D te slikken.” Hij raadt aan daarbij de site van het Voedingscentrum te raadplegen, waar advies staat over doseringen.
Daar is zorgvuldigheid belangrijk, besluit Peeters: “De hoeveelheid vitamine D die nodig is voor het bereiken van een goede concentratie, verschilt sterk van persoon tot persoon.”